Bij diagnostiek doen we onderzoek om adviezen te kunnen geven. Er bestaan daarbij verschillende hulpvragen en types advisering:
-Verhelderend onderzoek: een ordening van de door de cliënt onderschreven en herkende klachten, waarop de hulpvragen betrekking hebben. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden om een juiste behandeling te bepalen.
-Onderkennend onderzoek; het benoemen van het type problematiek. Voorbeelden hierbij zijn: Is er sprake van een angststoornis? Wat is niveau van cognitief functioneren? Is er sprake van hechtingsproblematiek? Hoe ernstig zijn de problemen? Is er bij deze depressieve cliënt een suïcidedreiging? Heeft de cliënt naast kenmerken van ADHD ook kenmerken van ODD?
-Verklarend onderzoek: er behoefte is aan antwoord op zogenoemde verklarende vragen. Simpel gezegd aan de hand van gestandaardiseerde testen wordt gekeken wat de verklaring zou kunnen zijn voor jouw problemen. Voorbeelden hierbij zijn: Waarom is er zoveel strijd tussen moeder en dochter? Welke factoren van de cliënt en omgeving zijn van invloed op de depressie van dit meisje/deze vrouw? Wat houdt het agressieve gedrag van deze jongen/man in stand? Hangt dit samen met het overvraagd worden op school?
-Adviserend onderzoek: voorbeelden van adviserende vragen zijn: Is behandeling nodig, zinvol? Wat willen we als professionals bereiken met dit cliëntsysteem? En wat wensen en verwachten ouders en kind zelf van de behandeling? Wat zijn de wensen en verwachtingen van de volwassene in de behandeling? Gezien het doel, uit welke behandelingen kunnen we kiezen en welke daarvan heeft de grootste kans van slagen bij deze angstige jongen? Heeft dit meisje EMDR nodig om het trauma te verwerken of is een andere behandeling geschikter?
-Evaluerend onderzoek: Evaluerende vragen kunnen betrekking hebben op een behandeling. Zijn de behandeldoelen bereikt? Werkt de behandeling? Voorbeelden zijn: Welke doelen zijn al behaald en welke nog niet? Zijn we op de goede weg? Moeten we de doelen of behandeling bijstellen? Evaluerend onderzoek kan betrekking hebben op het her bepalen of een eerdere diagnose (nog) passend is.
Onderzoek doen we bij kinderen en jongeren van 0-18 jaar en jong volwassene tussen de 18 - 30 jaar.
We doen dat waar mogelijk aan de hand van landelijke diagnostische ggz richtlijnen voor diagnostiek en behandeling.
De vormen van onderzoek zijn onder meer:
- intelligentieonderzoek,
- neuropsychologisch onderzoek (zoals hoe het kind/de jongere/de volwassene denkt en dingen doet)
- sociaal-emotioneel onderzoek (b.v. over het ontwikkelingsniveau, het temperament of de vaardigheden van een cliënt),
- persoonlijkheidsonderzoek (over het karakter van een cliënt),
- classificerend onderzoek (of er psychiatrische stoornissen zijn),
- gezinsdiagnostiek (b.v. hoe gezinsleden met elkaar omgaan),
- onderzoek binnen de context van het kind (b.v. schoolobservaties)
Wat we doen
We starten bij de hulpvraag van de cliënt. De start van een diagnostiek traject begint bij een intake waarbij informatie verzameld wordt om objectief samen een zorgplan voor diagnostiek op te stellen. Na een gezamenlijk akkoord wordt dit zorgplan uitgevoerd, het gehele traject wordt door gepland tot het adviesgesprek. Eventueel kan er vanuit een diagnostiektraject worden doorgestart met behandeling, begeleiding, etc.
Domeinen
Onderzoek wordt binnen de praktijk gedaan naar:
- Plannen en organiseren
- Emotie-regulatie
- Initiatief tonen
- Inhibitie
- Flexibiliteit
- Schakelen
- Sociaal inzicht
- Angsten
- Zelfbeeld/zelfvertrouwen
- Faalangst
- Sociaal gedrag
- Depressie
- Trauma
- Hechting
- Gedragsproblemen (AD(H)D, ASS, ODD, CD)
- Concentratie, aandacht en/of impulsiviteit
- Angst
- Sociale omgang
- Zelfvertrouwen / zelfbeeld / weerbaarheid
- Prestatiemotivatie
- Agressief, brutaal, opstandig gedrag
- Visueel geheugen
- Auditief geheugen
- Korte termijn geheugen / werkgeheugen
- Lange termijn geheugen
- DSM stoornissen
- Dwangstoornissen